Kinderen van Brezjnev verkent de diepere kanten van menselijke emoties zoals liefde en verraad, allemaal tegen de achtergrond van de economische en geestelijke ineenstorting van de Sovjet-Unie. De roman legt de nadruk op de onderhuidse etnische spanningen, de impact van de Afghaanse Oorlog en de geleidelijke criminalisering die het land teisterde. Dit alles culmineert in de chaotische overgang naar de markteconomie, wat uiteindelijk leidt tot de vorming van het nieuwe Rusland. De grenzen tussen de boven- en onderwereld vervagen, wat een indringende vraag oproept: hoe is het om op te groeien in een wereld waar geluk verplicht is en de ultieme waarheid heerst? Sana Valiulina, geboren in Tallinn in 1964, studeerde in Moskou en vestigde zich in 1989 in Amsterdam. Eerder schreef ze verschillende bekroonde werken, waaronder Het kruis en Didar en Faroek, dat genomineerd werd voor de Libris Literatuurprijs. Kritieken op haar werk benadrukken haar vermogen om de leegte van de bovenwereld en de verrotting van de onderwereld op onverbloemende wijze in beeld te brengen, wat bijdraagt aan haar reputatie als een krachtige stem in de hedendaagse literatuur. Haar verhalen roepen herinneringen op aan de rijke Russische verteltraditie en schetsen een monumentaal beeld van de worstelingen en de paradoxen van de Russische samenleving.